De fenomenale potentie van een verzwakt christendom

Heel wat christenen in Europa vergapen zich aan de dynamiek in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Dáár, aan de andere kant van de aardbol, zien zij het gebeuren. Dáár vermenigvuldigen de christenen zich met velen tegelijk. Dáár gebeuren wonderen en waait de Geest. Kijken ze dan naar Europa, dan zien zij vooral veel lauwheid en lamlendigheid.

Heel begrijpelijk, zo’n vergelijking, en logisch dat Europa er dan niet bepaald voordelig uitkomt. Maar is het wel een terechte vergelijking? Vergelijken wij niet appels met peren?

Laten wij ons eigen continent vooral niet onderschatten. Men kan geen grotere vergissing begaan dan een christendom op te geven dat door de knieën is gegaan. Het Europese christendom kan zich niet meer beroemen op invloedrijke kerkinstituten en maatschappelijke macht. Dit christendom kan alleen nog voorwaarts bewegen door in zijn eigen zwakheid de ware kracht te hervinden. Dat is de fenomenale potentie van Europa en daarover gaat dit essay.

Vruchtbare stilte

De twintigste eeuw heeft onverbiddelijk de tekortkomingen van het Europese christendom aan het licht gebracht: niet alleen het morele onvermogen (oorlog en geweld), maar ook het gebrek aan geestelijke overtuigingskracht (secularisatie). Het besef hiervan heeft ons niet onberoerd gelaten: we zijn sadder and wiser geworden. Daar waar Europa in vroeger eeuwen nog enthousiast het Yes We Can scandeerde, klinkt nu met aanmerkelijk zachtere stem: No We Couldn’t.

De stilte van Europa is de stilte van iemand die tot zwijgen is gebracht door haar eigen verleden; die niet meer met uiterlijk machtsvertoon de eigen zwakheid kan verbloemen en nu in het reine moet zien te komen met de naakte waarheid. Schaamte, gelatenheid en lamlendigheid liggen hier zeker op de loer. Maar het goede nieuws is, dat de stilte op steeds meer christenen een louterende werking heeft.

De stilte van het Europese christendom is de stilte van de sabbat aan het worden: de stilte van terugblik en vooruitblik, van verootmoediging en voorbereiding. En de voorbereiding ziet er dit keer aanmerkelijk soberder uit. In plaats van zich opnieuw verantwoordelijk te voelen voor het heil van iedere mensenziel, leert Europa vooral los te laten wat zij toch niet in de hand heeft. En in plaats van het geloof opnieuw in grote theologieën te willen vangen, leert zij vooral vervuld te raken van dat wat zij toch niet begrijpt: de vrede van God (Filippenzen 4:7).

De stilte van het Europese christendom is de stilte van iemand die moe is geworden van zichzelf en reikhalzend uitziet naar een rust die werkelijk duurzaam is. Geleidelijk aan begint het tot ons door te dringen, hoe groots en oneindig geruststellend het is om te kunnen schuilen bij de Allerhoogste en in de veilige ruimte van Zijn onvoorwaardelijke liefde weer even alles aan Hem te kunnen teruggeven.

Het Europese christendom is een christendom ‘op leeftijd’. Het heeft teveel meegemaakt om zich zomaar in een nieuw avontuur te storten. Daar waar christenen op andere continenten een bruisende periode vol jeugdige levenskracht meemaken, leert Europa op adem te komen na een lang en turbulent leven. Het Europese christendom mag de rust opzoeken – ter afsluiting van het verleden en ter voorbereiding op een nieuwe dag. Europa mag beseffen dat ‘de oude dag’ zijn eigen kracht bezit: niet de kracht van massaliteit en grote invloed, maar de kracht van nederigheid en zachtmoedigheid.

Overgave en broederschap

Op de oude dag leer je jezelf over te geven aan je eigen geestelijke en fysieke beperkingen. Je leert te genieten van goede herinneringen en in het reine te komen met droevige of kwalijke herinneringen. Je leert te aanvaarden dat de geschiedenis niet herschreven kan worden, maar wel van zijn angel kan worden beroofd. Terugblikkend op je eigen overmoed en dwaze daden, terugblikkend op datgene wat je anderen hebt aangedaan, verschijnt daar ineens dat woord van de Allerhoogste: “Mijn genade is jou genoeg” (2 Korinthiërs 12:9). Ineens besef je, dat er op iedere avond een nieuwe dag mag volgen, dat je altijd thuis mag komen. Het stemt je mild naar anderen toe, je wordt vergevingsgezinder omdat je weet hoeveel jou vergeven is. Dat is de potentie van een oud en tot zichzelf gekomen christendom!

Op de oude dag krijg je ook weer oog voor oude familiebanden. Europese broers en zussen, die lange tijd elkaar het licht in de ogen niet gunden, zoeken elkaar weer op en leren eenvoudigweg te genieten van de eenheid in Christus als doel op zich. Hier hoeft het samen-zijn niet meteen te leiden tot invloedrijke samenwerkingsvormen, tot massabijeenkomsten en wereldverbetering. Hier wil men juist loskomen van het oude resultaatgerichte denken. Langzaam begint het de Europese christenen te dagen, dat Christus niet bad voor een nieuwe wereldpolitiek, maar voor eenheid onder zijn navolgers: “Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden” (Johannes 17:21).

Wie zich bewust is van de eigen zwakheid zal eerder het samen-zijn waarderen als doel op zich, dan wie overloopt van levensenergie. De laatste persoon wil ook eenheid, maar dan het liefst in het kader van iets groots en meeslepends, een massacampagne of indrukwekkend project. Wie zijn eigen zwakte onderkent, leert zijn broers en zussen te waarderen los van welk project dan ook.

Overgave, schuilplaats, genade, familiebanden – het zijn oude woorden, maar in het huidige Europa hebben zij een nieuwe zeggingskracht gekregen. Na een lange periode van zelfoverschatting en verdeeldheid is het Europese christendom bezig terug te keren naar de grond van zijn bestaan. De nieuwe ‘beweging’ is het opnieuw leren ademhalen en het leven vanuit de gedachte dat een mens alleen kan uitademen wat hij eerst heeft ingeademd.

Het Europese christendom heeft de leeftijd bereikt van iemand die geen andere keuze meer heeft dan zijn eigen beperkingen onder ogen te zien. Een uitgelezen kans om juist in deze zwakheid de ware kracht te hervinden. Dit christendom kan opnieuw leven vanuit de gedachte dat alle liefde en leven onder mensen de vrucht van overgave is en de uitdrukking van een overweldigend Godsgeschenk!

Herstelde balans tussen jong en oud

De potentie van het Europese christendom valt niet zomaar te vergelijken met andere werelddelen. Daar waar Afrika, Azië en Latijns-Amerika de vitaliteit vertonen van een relatief jong christendom, draagt Europa juist de kracht van een oud christendom in zich. En dit behoort zeker tot de grote uitdagingen van het toekomstige wereldwijde christendom: dat oud en jong elkaar leren waarderen en complementeren. Europa mag niet de maat zijn voor Afrika en Afrika niet de maat voor Europa. De tijd is rijp om te gaan profiteren van de leeftijdsverschillen en ervaringsverschillen in het wereldwijde christendom. De tijd is bovendien rijp om hele continenten te gaan zien als armen en benen in het ene Lichaam van Christus.

Ik ben dan ook niet zonder meer enthousiast over de aanhoudende stroom zendelingen die vanuit Afrika, Amerika en Azië naar Europa trekken. Zeker hebben zij ons iets te bieden en kan hun aanwezigheid het Europese christendom verrijken. Maar het beeld mag niet ontstaan dat het Europese christendom een levenloze ziel is geworden die alleen nog met buitenlandse hulp kan worden gereanimeerd. Het Europese christendom heeft een eigen geschiedenis achter de rug en is voorbestemd om – gelouterd door deze geschiedenis – op eigen wijze tot zegen te zijn van Europa en de rest van de wereld.

Maar dan moet het Europese christendom wel in de kracht van de eigen ouderdom durven geloven. En wat meer eerbied voor Europa’s grijze haren zou de andere continenten niet misstaan.

Sinds de jaren zestig zijn het niet meer de ouderen maar de jongeren die de toon zetten in westerse samenlevingen. Ouderdom staat voor een gebrek aan vernieuwing en vitaliteit. Jongeren staan voor nieuw elan, verfrissend enthousiasme en gepassioneerde radicaliteit. Als we niet uitkijken, gaan wij blindelings mee in deze polariserende zienswijze en probeert het Europese christendom even krampachtig jong te zijn als de ouderen in onze samenleving.

Europa, durf oud te zijn! Zowel in de lokale geloofsgemeenschap als in het wereldwijde christendom. En associeer deze ouderdom niet met een gebrek aan vernieuwing en vitaliteit. De nieuwe Europese nederigheid kon zich weleens verrassend ontvouwen als levenslustig en innovatief. Niets staat een nieuwe leidersrol voor het Europese christendom in de weg. Maar dit keer deelt Europa haar leiderschap met de andere werelddelen. En dit keer leidt zij niet in kracht, maar in zwakheid. Dit keer mag zij voorgaan in zelfkennis en in de rehabilitatie van de minder luidruchtige zegeningen in het leven: authentieke mildheid en zachtmoedigheid, samen-zijn als doel op zich, en een duurzame, dienstbare levenswijze.

Een nieuwe dag

Dit is het allerverkeerdste moment om Europa op te geven! De eerste stralen van een nieuwe dag dienen zich al aan. Een geest van verootmoediging, verzoening, overgave en dienstbaarheid waait door het Europese christendom. Oude ruzies worden bijgelegd en nieuwe eenheid wordt gevierd. Er zit wel degelijk beweging in het Europese christendom: niet het spektakel van macht en massaliteit, maar de beweging van het opnieuw leren ademhalen en het opnieuw genieten van Gods aanwezigheid in al datgene wat in de drukte van alledag gemakkelijk over het hoofd wordt gezien.

Het Europese christendom kan alleen nog voorwaarts bewegen door in zijn eigen zwakheid de ware kracht te hervinden. Dat is zijn fenomenale potentie. Na alles wat het heeft meegemaakt, kan het zich alleen nog overgeven aan het woord van de Meester: “Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden” (Mattheüs 11:28-29). Het Europese christendom verkeert bij uitstek in de positie om deze woorden van Christus ter harte te nemen. En hoe meer het zich daadwerkelijk weet te verootmoedigen en zich daadwerkelijk aan de rust en nederigheid van Christus leert over te geven, hoe meer het – juist op zijn oude dag – een nieuw rol zal kunnen spelen op het wereldtoneel en tot zegen zal kunnen zijn van alle volken.

Dit essay verscheen in “De kerk is dood; leve de koning”, red. Otto de Bruijne, Stijn Postma, Uitgeverij Kok, augustus 2010.